Statuten

Laatste wijziging 20 februari 2024


NAAM

Artikel 1.
De vereniging draagt de naam Bryologische en Lichenologische Werkgroep, afgekort BLWG, verder aan te duiden als “de Werkgroep”.

ZETEL

Artikel 2.
De Werkgroep heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam.

DOEL

Artikel 3.
1. De Werkgroep heeft ten doel:
a. het bevorderen van de studie van de bryologie en lichenologie in Nederland;
b. het steunen van activiteiten, die gericht zijn op het beschermen van natuur- en landschapsgebieden, of elementen daarvan, die bryologisch en/of lichenologisch van belang zijn;
c. het samenwerken met andere personen en organisaties, die gelijke en aanverwante doelen nastreven, ook buiten Nederland;
d. al hetgeen met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt.
2. De Werkgroep tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het delen van informatie, kennis en ervaringen;
b. het bieden van een platform ten behoeve van het in lid 1 bedoelde doel;
c. het houden van workshops, bijeenkomsten en excursies en het organiseren van activiteiten;
d. het uitgeven van tijdschriften en andere publicaties;
e. het verrichten of doen verrichten van onderzoek;
f. contacten te leggen die in het voordeel van de Werkgroep kunnen werken;
g. samenwerken met gelijkgerichte organisaties;
h. al hetgeen te doen wat met het vorenstaande verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn.
3. De Vereniging heeft niet ten doel het maken van winst.

INRICHTING EN ORGANISATIE

Artikel 4.
1. Organen van de Werkgroep zijn: het bestuur en de Algemene Leden Vergadering, alsmede alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de Algemene Leden Vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door de Algemene Leden Vergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend.
2. De Werkgroep kent in elk geval een kascommissie, zoals bedoeld in artikel 15 lid 4 en welke commissie nader is geregeld in het huishoudelijk reglement.
3. De organen van de Werkgroep als bedoeld in lid 1 bezitten geen rechtspersoonlijkheid.

LEDEN

Artikel 5.
1. De Werkgroep bestaat uit ereleden, gewone leden en donateurs. Alleen de eerstgenoemde twee categorieën worden hierna gezamenlijk aangeduid als “leden”.
Leden van de Werkgroep kunnen zijn:
a. natuurlijke personen die zich als lid bij de Werkgroep hebben aangemeld en door het bestuur zijn toegelaten;
b. ereleden.
Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.
2. Gewone leden zijn zij die zich als lid bij de Werkgroep hebben aangemeld. Het bestuur beslist over de toelating van leden. Indien het bestuur niet tot toelating besluit kan de Algemene Leden Vergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
3. De wijze van aanmelding voor het lidmaatschap en toelating van leden worden nader geregeld in het huishoudelijk reglement.
4. Op voorstel van het bestuur kan de Algemene Leden Vergadering een lid wegens bijzondere verdiensten voor de Werkgroep het predicaat “erelid” verlenen.
5. Het bestuur houdt een register bij waarin onder andere de namen, adressen alsmede (indien mogelijk) een telefoonnummer en persoonlijk e-mailadres van de leden zijn opgenomen, een en ander op een door het bestuur aan te geven wijze. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de Werkgroep noodzakelijk zijn.

ALGEMENE VERPLICHTINGEN

Artikel 6.
1. De leden zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de Werkgroep na te leven;
b. de belangen van de Werkgroep niet te schaden;
2. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement, (gedrags-)codes of bij besluit van het bestuur of van de Algemene Leden Vergadering.

CONTRIBUTIE EN ANDERE VERPLICHTNGEN

Artikel 7.
1. De leden (met uitzondering van ereleden) zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage (contributie), die door de Algemene Leden Vergadering wordt vastgesteld.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
3. Bij tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap blijft de verplichting tot betaling van de contributie en eventuele nadere verplichtingen tot aan het eind van het kalenderjaar bestaan. In bijzondere situaties kan het bestuur hiervan afwijken.
4. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de Werkgroep aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de Werkgroep totdat hij geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de Werkgroep geen rechten uitoefenen en blijft hij verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien.
5. Opzegging door het bestuur kan geschieden in geval van wanbetaling. De opzegging geschiedt schriftelijk onder opgaaf van redenen.
6. Ontzetting (royement) kan alleen worden uitgesproken indien een lid in ernstige mate in strijd met de statuten, reglementen en/of besluiten van de organen van de Werkgroep handelt, of de Werkgroep op onredelijke wijze benadeelt.
7. Ontzetting (royement) kan slechts door het bestuur worden uitgesproken.
8. Nadat het bestuur tot ontzetting (royement) heeft besloten, wordt het betrokken lid ten spoedigste met opgave van redenen in kennis gesteld. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan bij een Algemene Leden Vergadering, die in haar eerstvolgende vergadering met meerderheid beslist. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat de betrokkene voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende Algemene Leden Vergadering en bevoegd is aldaar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering door een raadsman te doen bijstaan.

EINDE LIDMAATSCHAP

Artikel 8.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door schriftelijke opzegging van het lid aan het bestuur;
c. door opzegging namens de Werkgroep.
Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de Werkgroep niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting, zoals bepaald in artikel 7 lid 7 en 8.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van het kalenderjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken.
3. Opzegging namens de Werkgroep geschiedt door het bestuur.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in lid 2 van dit artikel doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de Werkgroep op grond dat redelijkerwijs van de Werkgroep niet gevergd kan worden het lidmaatmaatschap te laten voortduren, staat de betrokkene binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij de Algemene Leden Vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
7. Het bestuur draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de website en/of is makkelijk toegankelijk via andere communicatiemiddelen.
8. In de gevallen genoemd in lid 1 onder a en b van dit artikel, eindigt het lidmaatschap onmiddellijk. In de gevallen genoemd in lid 1 onder d en e van dit artikel, eindigt het lidmaatschap onmiddellijk na het verlopen van de beroepstermijn, of – indien beroep is ingesteld – nadat een beroep is afgewezen.

DONATEURS

Artikel 9.
1. Donateurs zijn zij, die zich bereid verklaard hebben de Werkgroep financieel te steunen en als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
2. Donateurs zijn geen leden in de zin der wet of statuten en hebben geen stemrecht en geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
3. De rechten en verplichtingen van een donateur kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende Werkgroepsjaar voor het geheel blijft verschuldigd
4. Opzegging namens de Werkgroep geschiedt door het bestuur.

BESTUUR

Artikel 10.
1. Het bestuur bestaat uit een door de Algemene Leden Vergadering te bepalen aantal van ten minste vijf meerderjarige natuurlijke personen, die door de Algemene Leden Vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden. De voorzitter wordt in functie benoemd. Voorts kent de Werkgroep in elk geval een secretaris, een penningmeester en een lid met de functie Redacteur Buxbaumiella.
2. De Algemene Leden Vergadering benoemt de leden van het bestuur voor een periode van drie jaar; de leden van het bestuur zijn terstond herkiesbaar. Een bestuurslid kan maximaal driemaal herkozen worden. Het lid met de functie Redacteur Buxbaumiella kan onbeperkt herkozen worden.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer (niet bindende) voordrachten. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als ten minste drie leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door drie of meer leden moet vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
4. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de Algemene Leden Vergadering dat ter vergadering kandidaten kunnen worden gesteld, dan is de Algemene Leden Vergadering vrij in de keus.
5. Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met:
- het lidmaatschap van de kascommissie;
- de door de Algemene Leden Vergadering benoemde personen zoals bedoeld in lid 7.
6. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Leden Vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
7. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij twee door de Algemene Leden Vergadering daartoe aangewezen personen. Deze personen worden voor het vervullen van die taak met een bestuurder gelijkgesteld.

BESTUURSFUNCTIES - BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR.

Artikel 11.
1. Naast de door de Algemene Leden Vergadering benoemde voorzitter verdeelt het bestuur in zijn eerste bestuursvergadering na een bestuursverkiezing in onderling overleg de overige functies en stelt het voor elk bestuurslid diens taak vast en doet hiervan mededeling aan alle leden. Het bestuur kan voor elke functie uit zijn midden een vervanger aanwijzen.
2. Tenzij het bestuur anders bepaalt, vergadert het bestuur wanneer de voorzitter of twee andere bestuursleden dit verlangen.
3. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, indien geen bestuurslid zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet en alle bestuursleden aan deze besluitvorming deelnemen.
4. a. Alle besluiten, daaronder begrepen de besluiten als bedoeld in lid 3, worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, mits voor wat de in vergadering genomen besluiten betreft de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig is.
b. Blanco stemmen zijn ongeldig.
5. Over elk voorstel wordt afzonderlijk en mondeling of met handopsteking gestemd, tenzij de voorzitter of een ander bestuurslid anders wensen.
6. a. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel dat het bestuur een besluit heeft genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in de vorige volzin bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt zo nodig het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien een bestuurslid dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 7. Bestuursvergaderingen kunnen worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord en mits dergelijke vergaderingen worden voorgezeten vanuit Nederland.
8. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door het bestuur worden vastgesteld in de volgende vergadering.
9. Een bestuurder die een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Werkgroep en de met haar verbonden organisatie, meldt dit terstond aan de overige bestuurders en verschaft daarover alle relevante informatie.
De overige bestuurders besluiten buiten aanwezigheid van de betrokken bestuurder of er sprake is van een belang dat tegenstrijdig is met het belang van de Werkgroep en de met haar verbonden organisatie.
Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Werkgroep. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de Algemene Leden Vergadering.

BESTUURSTAAK

Artikel 12.
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de Werkgroep.
2. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de Werkgroep en de daarmee verbonden organisatie.
3. Het bestuur stelt een adequaat controlesysteem op. Hierin wordt in elk geval opgenomen dat met betrekking tot betalingen het “vier ogen principe” wordt toegepast.
4. Ieder bestuurslid is tegenover de Werkgroep gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld. Iedere bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk ter zake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
5. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
6. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de Algemene Leden Vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de Werkgroep zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.
7. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de Algemene Leden Vergadering voor besluiten tot:
a. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de Werkgroep een bankkrediet wordt verleend;
b. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden;
c. het aanstellen van beroepskrachten (waaronder uitdrukkelijk niet worden begrepen personen die tijdelijk dan wel op projectmatige basis worden benoemd) voor zover daar niet eerder door de Algemene Leden Vergadering over is besloten en/of is vastgelegd in begrotingen en beleidsplannen.
Op het ontbreken van deze goedkeuringen kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
8. Aan de bestuurders kan een vrijwilligersvergoeding worden toegekend.

VERTEGENWOORDIGING

Artikel 13.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de Werkgroep, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
2. a. De Werkgroep wordt voorts vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met de secretaris of tezamen met de penningmeester, dan wel bij afwezigheid van één van de genoemden tezamen met een ander bestuurslid.
b. Het bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de Werkgroep in de in de volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen.
3. a. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de Werkgroep worden ingeroepen.
b. De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de Werkgroep met betrekking tot de in artikel 12 lid 7 bedoelde handelingen.
4. Bestuursleden aan wie krachtens de statuten of op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.

SCHORSING BESTUURSLEDEN EN EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP

Artikel 14.
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de Algemene Leden Vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de Werkgroep;
b. door het aanvaarden van een functie die onverenigbaar is met het bestuurslidmaatschap;
c. door bedanken.

JAARVERSLAG - REKENING EN VERANTWOORDING.

Artikel 15.
1. Het boekjaar van de Werkgroep loopt van één januari tot en met één en dertig december.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Werkgroep zodanig aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een Algemene Leden Vergadering binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Leden Vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Deze stukken dienen door alle bestuurders te worden ondertekend. Indien de ondertekening van één van hen ontbreekt, dient hiervan onder opgave van redenmelding te worden gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
4. De Algemene Leden Vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een kascommissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de Algemene Leden Vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de Werkgroep te geven
6. De last van de kascommissie kan te allen tijde door de Algemene Leden Vergadering worden herroepen, doch slechts door benoeming van een andere commissie of een externe accountant.
7. Goedkeuring door de Algemene Leden Vergadering van de balans en van de staat van lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van het verslag en de verklaringen van de kascommissie of een externe accountant. Goedkeuring strekt het bestuur niet tot décharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken. Hierover zal separaat worden besloten.
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, zeven jaren lang te bewaren.

ALGEMENE LEDEN VERGADERING – ALGEMEEN

Artikel 16.
1. Aan de Algemene Leden Vergadering komen in de Werkgroep alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het kalenderjaar, wordt een Algemene Leden Vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het verslag van de kascommissie;
b. de benoeming van de leden van de kascommissie;
c. voorziening in eventuele vacatures;
d. vaststelling van de begroting met daarbij vaststelling van de contributie en andere bijdragen;
e. vaststelling van overige verplichtingen voor leden;
f. voorstellen van het bestuur of van de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere Algemene Leden Vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende (1/10) gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Leden Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de Werkgroep is gevestigd veel gelezen dagblad.

ALGEMENE LEDEN VERGADERING - TOEGANG EN STEMRECHT

Artikel 17.
1. Toegang tot de Algemene Leden Vergadering hebben alle leden van de Werkgroep. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden, behoudens bij de behandeling van hun schorsing.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de Algemene Leden Vergadering.
3. Ieder lid van de Werkgroep dat niet geschorst is, heeft één stem. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk gemachtigd ander lid. De gemachtigde kan echter, naast zijn eigen stem, in totaal voor niet meer dan vijf andere leden een stem uitbrengen.
4. Indien het Bestuur bij de oproeping tot een Algemene Leden Vergadering de mogelijkheid daartoe heeft geopend, zijn de leden bevoegd hun stemrecht door middel van een elektronisch communicatiemiddel uit te oefenen, mits (i) de voorwaarden te stellen aan het gebruik van het communicatiemiddel zoals de verbinding, de beveiliging en dergelijke bij de oproeping worden bekendgemaakt, (ii) het lid kan worden geïdentificeerd, (iii) het lid rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering, en (iv) indien deze mogelijkheid daartoe is geopend, het lid kan deelnemen aan de beraadslagingen.
5. Indien het Bestuur de mogelijkheid daartoe Schriftelijk heeft geopend, kunnen stemmen voorafgaand aan de Algemene Leden Vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan de dertigste dag voor die van de vergadering, op een speciaal daartoe aangewezen e-mailadres. Deze stemmen worden gelijkgesteld met stemmen die in de Algemene Leden Vergadering worden uitgebracht.
6. Onverminderd het stemrecht als lid hebben bestuursleden in de Algemene Leden Vergadering een raadgevende stem.

ALGEMENE LEDEN VERGADERING - VOORZITTERSCHAP EN NOTULEN

Artikel 18.
1. De Algemene Leden Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Werkgroep of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen door een daartoe aan te wijzen persoon een proces-verbaal van het verhandelde laten opmaken. De inhoud van de notulen of het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.

ALGEMENE LEDEN VERGADERING - BESLUITVORMING

Artikel 19.
1. Het tijdens de Algemene Leden Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de Algemene Leden Vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de Algemene Leden Vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste één/twintigste deel van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
4. Ongeldige en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan opnieuw niemand de volstrekte meerderheid kregen, dan vinden herstemmingen plaats, tot dat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemming (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.
Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Alle stemmingen over personen geschieden schriftelijk. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Leden Vergadering.
9. Zolang in een Algemene Leden Vergadering alle leden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

ALGEMENE LEDEN VERGADERING - BIJEENROEPEN

Artikel 20.
1. De Algemene Leden Vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 5 lid 5. De termijn van oproeping bedraagt ten minste zeven dagen.
2. Bij oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21.
3. Bij de oproeping wordt tevens vermeld of toepassing wordt gegeven aan de mogelijkheid om door middel van een elektronisch communicatiemiddel deel te nemen aan de vergadering en eventuele aanvullende voorwaarden die daarbij gelden.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 21.
1. In de statuten van de Werkgroep kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de Algemene Leden Vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de Algemene Leden Vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minst twee/derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 22.
1. De Werkgroep kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Leden Vergadering. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een besluit tot ontbinding, slechts genomen kan worden met een meerderheid van ten minste twee/ derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde (2/3) van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde (2/3) van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordig of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, dan geschiedt de vereffening door het bestuur.
3. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Werkgroep wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de Werkgroep of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de Werkgroep heeft.
Indien de Werkgroep geen algemeen nut beogende instelling is, wordt het eventueel batig saldo besteed ten behoeve van een instelling met een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de Werkgroep of een instelling die uitsluitend een maatschappelijk belang beoogt.
4. De Algemene Leden Vergadering bepaalt de bestemming van een eventueel batig saldo. 5. Na de ontbinding blijft de Werkgroep voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Werkgroep uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".

HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN ANDERE REGLEMENTEN

Artikel 23.
1. De Algemene Leden Vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Overige reglementen kunnen worden vastgesteld door de Algemene Leden Vergadering of het bestuur.
3. Reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24.
1. Alle officiële mededelingen van de Werkgroep worden bekend gemaakt op de website van de Werkgroep of op een andere door het bestuur bepaalde wijze.
2. Onder oproep, bijeenroepen, (schriftelijke) uitlating of mededeling of kennisgeving wordt tevens verstaan: een bericht per e-mail aan het emailadres dat door het lid voor dit doel is opgegeven, waarbij geldt dat het lid uitdrukkelijk heeft ingestemd om zodanige berichten langs deze weg te ontvangen.
3. Onder ter inzagelegging wordt (mede) verstaan: toegankelijk maken voor de leden op de website of enig andere via een elektronisch communicatiemiddel te bereiken plaats van de Werkgroep.