Habitatrichtlijnsoorten

In 1992 heeft de Europese Unie regels gemaakt om waardevolle flora en fauna te beschermen tegen habitatvernietiging en verzamelen. Tot de soortenlijst behoren ook enkele mossen en korstmossen. Voor soorten uit bijlage II is de overheid verplicht zorg te dragen voor het behoud van de soort. De soorten uit bijlage V mogen niet voor commerciële doeleinden worden verzameld en zijn in sommige gemeentelijke verordeningen opgenomen.

Bijlage II Soorten waarvan aanwijzing van speciale beschermingszones vereist is:

Geel Schorpioenmos (Hamatocaulis vernicosus (Mitt.) Hedenäs), zie ook Natuurdoeltypen, actuele verspreiding.

Tonghaarmuts (Orthotrichum rogeri Brid.), zie ook Natuurdoeltypen, Infoblad Tonghaarmuts (pdf), actuele verspreiding.

Bijlage V Soorten waarvoor het onttrekken aan de natuur en de exploitatie aan beheersmaatregelen kunnen worden onderworpen. Deze soorten zijn momenteel in Nederland niet wettelijk beschermd:

alle Rendiermossen (Cladina spp.)
- actuele verspreiding

Kussentjesmos (Leucobryum glaucum) - actuele verspreiding

alle Veenmossen
(Sphagnum spp.) - actuele verspreiding opzoeken

Tonghaarmuts, Orthotrichum rogeri
© BLWG, Laurens Sparrius
Geel schorpioenmos, Hamatocaulis vernicosus
© BLWG, Melchior van Tweel

Bron: Eur-lex (392L0043 - Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna)